Abonneer je hier op mijn nieuwsbrief!
Aan de andere kant
29/1/2025
Vorige week kreeg ik fantastisch nieuws: eindelijk groen licht voor een groot project over huiselijk geweld. Ik denk dat ik een maand of drie gewacht heb op het eindoordeel. Het afwachten was eigenlijk wel prettig. Ik wist dat als het startschot zou komen, een intensieve periode zou volgen die, waarschijnlijk, niet al te vrolijk zou zijn. Stilte voor de storm, dus, met lekker lezen, koken, met Hoppy op de hei wandelen. En als het níet door zou gaan, dan zou dat ook weer niet zo heel erg zijn, want dan kon ik ‘gewoon’ leuke dingen doen die me energie geven.
​
Afijn. Het startschot kwam. Ik ben er superblij mee, want het is een echt goede kans om Nederland een spiegel voor te houden: dít is er mis en moet beter. Nu, ongeveer een week van intensieve research later, voel ik ook de andere kant.
Ik denk dat ik wel een miljoen (vooruit, iets minder) verhalen over huiselijk geweld heb gehoord en gelezen. Veel schoqueert me niet meer, omdat elk verhaal zo veel op elkaar lijkt. Naar aanleiding van het boek wat ik vorig jaar publiceerde, kreeg ik veel mails van slachtoffers met, altijd, hetzelfde geweld, dezelfde emoties, dezelfde verlamming, hetzelfde verloop.
In zo’n opsomming zijn het vaak details die me onverwacht raken. Zo las ik onlangs het boek ‘De firma Intimidatie en Bedrog’ van Wietske de Blocq van Scheltinga. Het leest haast als een sekte-draaiboek. Wie een beetje weet hoe sektes functioneren, kan de checklist zo afvinken. Isolatie, financiele investering, lovebombing, psychisch geweld, check check check. Dan schrijft Wietske hoe ze op een middag een blik knakworsten opwarmt, en daarna wordt gekielhaald hoe ze het in haar hóófd heeft kunnen halen om dat te doen.
​
Nou weet ik dat geweld op letterlijk elke scheet kan volgen, maar lig ik toch weer een tijd naar mijn plafond te staren, en te denken: fucking knakworsten.
​
Nu zit ik middenin het boek Intieme Terreur, een getuigenis van Selina van Gool. Al het geweld (fysiek, psychisch, financieel) is zeer heftig, en het is bepaald geen pretje om te lezen, ondanks dat ook dit verhaal zich weer keurig volgens het dwingende controle-draaiboek ontvouwt en niets afwijkend lijkt. Selina heeft twee jonge kinderen, die ze zo stabiel en veilig mogelijk probeert op te voeden terwijl haar dat op alle fronten onmogelijk wordt gemaakt. Na een aantal jaar is ze kapot, helemaal uitgehold, van alles wat ze heeft gezien en doorstaan. Ze is zo kapotgemaakt dat ze niet meer weet wat ze moet doen. Niet om te ontsnappen (dat heeft ze al meerdere keren gedaan, maar haar ex blijft haar achtervolgen – wat een hel), maar gewoon, om te overleven, om de dag door te komen. Ze begint met lijstjes maken. Hoe laat ga ik opstaan, wat ga ik eten, wat ga ik met de kinderen doen.
Van zo’n haast verwaarloosbaar detail, denk ik: o mijn god. Zo voelde dat. Om nog maar een schil van een mens te zijn, dat je gewoon echt niet meer weet wat je moet doen. Je hebt geen inhoud meer. Ik weet nog dat ik mijn moeder had gemaakt om samen een planning te maken. Een planning van helemaal niets: wat ga ik eten, wanneer ga ik slapen.
​
Ik hoop dat ik eraan bij kan dragen dat we huiselijk geweld eindelijk eens gaan zien (en behandelen!) als een ernstige criminele daad. (Als je een vreemde iets dergelijks aandoet, schreeuwt men moord en brand; maar als je je eigen gezin iets aandoet, is het opeens een ‘ruzietje’ wat je wel op had kunnen lossen.) En dat we ook passende taal mogen gebruiken om te beschrijven wat er gebeurt. Die staat van zijn die Selina beschrijft, is denk ik gewoon shellshock. Je hebt zo veel bizarre, traumatiserende gebeurtenissen gezien, die op geen enkele manier correct zijn afgehandeld, maar daarentegen jouw nieuwe normaal zijn geworden. Een mens is daar niet op gebouwd. Op een gegeven moment kan je alleen nog maar voor je uit staren en op de bank liggen. Laat staan bedenken wat je gaat eten.
​
Leuk is anders, zacht gezegd, om hiermee bezig te zijn. Als je eruit bent, en voldoende hersteld bent om weer een normaal en veilig leven te leiden, voelt het echt lichtjaren ver weg.
Recent zag ik een stukje van een film over Harriet Tubman, waarin zij zei: ‘We moeten niet vergeten dat je vanuit veiligheid, haast niet voor kan stellen hoe het is om in onveiligheid te leven.’ En zo is het maar net. Wij kunnen in Nederland ons er geen voorstelling van maken hoe het voelt als er oorlog is. En als je gewoon ‘s avonds rustig kan gaan slapen, met je hondje in de mand naast je die lekker ligt te snurken – kan ik niet anders dan een bodemloos respect hebben voor iemand als Selina. Ze had geen keuze, ze móest wel. Een mens kan veel aan, je overleeft het wel, maar tegen een enorme prijs.